De voormalige leden traden in november 2015 af na een vertrouwensbreuk met de medezeggenschapsraad, en traden vorig jaar zelf naar de rechter. Ze meenden namelijk nog geld te goed te hebben van de onderwijsstichting. Ze claimden bij elkaar zo’n twintigduizend euro, wat hun salaris was over de tweede helft van 2015 tot aan ze opstapten.

Na een rechtszaak van meer dan een jaar heeft de rechter bepaald dat de vijf geen recht hebben op geld. Ze hadden namelijk zonder overleg met de medezeggenschapsraad hun salaris verhoogd, omdat ze vonden dat hun taken waren uitgebreid. De medezeggenschapsraad heeft meerdere keren om uitleg en inzage in de notulen gevraagd, maar kreeg niets te zien. Een van de gevolgen van de salarisverhoging was dat de stichting moest bezuinigen, terwijl het al tegen een tekort van vier ton aan keek.

De rechter oordeelde dat de vijf hadden kunnen weten dat hun besluit tot onbegrip zou leiden. Ook wijst hij erop dat het gaat om publieke middelen en is de salarisverhoging tevens niet rechtsgeldig. Vanwege deze redenen oordeelde de rechter dat de vijf geen geld krijgen van de stichting. Sterker nog, de rechter vindt dat ze juist geldt moeten terugbetalen, omdat hun besluit tot salarisverhoging niet rechtsgeldig was.

Door: Redactie Nationale Onderwijsgids